Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [82]Weet dan, en versta: [83]van den uitgang des woords, om te doen wederkeren, en om Jeruzalem te bouwen, tot op [84]Messias [85]den Vorst, zijn zeven weken, en twee en zestig weken; [86]de straten, en de grachten zullen wederom gebouwd worden, doch [87]in benauwdheid der tijden. 82. Onze Heere Jezus Christus doet even deze zelfde vermaning, aangaande deze profetie; Matth.24:15. 83. Dat is, van dien tijd af, dat er een bevel zal uitgaan dat men het volk, [te weten het Joodse volk] wederbrengen, dat is loslaten zal uit de Babylonische gevangenschap, en hetzelve Jeruzalem herbouwen zal. Versta hier door het woord het bevel, gelijk vs.23, te weten het bevel van Cyrus, naar sommiger gevoelen. Zie 2 Kron.36:22,23, en Ezra 1:1, en boven de aantekening vs.24, van het begin der zeventig weken. Anders: om weder te brengen; dat is, om weder ter hand te stellen; te weten de vaten des tempels, die uit den tempel naar Babel gevoerd waren. Anders: om te herstellen, namelijk den staat der kerk en der regering. 84. Dat is, tot op Christus, het Hebreeuwse woord Messias, [hetwelk even hetzelfde, dat Christus betekent, namelijk een gezalfde] staat ook Joh.1:42, en Joh.4:25. 85. Of, leidsman, gelijk Jes.55:4, of hertog, gelijk 2 Sam.7:8, en 2 Kon.20:5. 86. Hebreeuws, de straat en de gracht. Anders: uitgehouwen gracht. Versta dit van de stadsgrachten. 87. Want al wat onder Ezra aan de muren gebouwd was, dat werd kort daarna door de vijanden der Joden weder omvergeworpen, en de poorten met vuur verbrand. En onder Nehemia moesten zij bouwen met den troffel in de ene en het geweer in de andere hand, Neh.4:17; waarom de Joden zich zozeer haastten, dat zij het gebouw van den muur optrokken in twee en vijftig dagen.